Burn-out

Burn-out

Volgens een onderzoek uit 2020 van de Nederlandse onderzoeksorganisatie TNO, heeft ongeveer 17% van de werknemers in Nederland last van burn-out klachten. Werkgerelateerde stress is een belangrijke oorzaak van ziekteverzuim. Burn-out wordt gezien als een belangrijk probleem in Nederland.

Als reactie op de groeiende bezorgdheid over burn-out heeft de Nederlandse overheid verschillende initiatieven genomen om werkgerelateerde stress aan te pakken en het welzijn op de werkplek te bevorderen. In 2019 starte het kabinet een landelijke campagne om werkstress onder de aandacht te brengen en werkgevers aan te moedigen actie te ondernemen om burn-out te voorkomen. De campagne omvat middelen en hulpmiddelen voor werkgevers en werknemers om werk gerelateerde stress te beheersen, zoals trainings- en coaching programma’s.

Naast overheidsinitiatieven ondernemen veel Nederlandse bedrijven stappen om burn-out op de werkvloer aan te pakken, zoals het aanbieden van flexibele werkregelingen, het bevorderen van de balans tussen werk en privéleven en het bieden van mentale gezondheidsondersteuning aan werknemers. Over het algemeen heeft Nederland burn-out erkend als een belangrijk probleem voor de volksgezondheid en onderneemt het stappen om dit zowel op individueel als op organisatieniveau aan te pakken.

Geschiedenis van burn-out en gerelateerde concepten

Burn-out is geen nieuwe term. In een of andere vorm is burn-out altijd bij ons geweest. Het eerste gebruik van de term burn-out dateert van het einde van de zestiende eeuw. William Shakespeare verwijst in zijn gedicht The Passionate Pilgrim naar burn-out als een proces van energie-uitputting in relatie tot liefde (She burn’d with love, as straw with fire flameth, She burn’d out love, as soon as straw outburneth)

Later in 1869 beschreef de Amerikaanse neuroloog George Miller Beard een nieuwe ziekte genaamd neurasthenie, gerelateerd aan een somatische uitputting van nerveuze energie veroorzaakt door een steeds hoger tempo van het leven.

Tot het midden van de jaren 1990 was het fenomeen burn-out beperkt tot de zogenaamde zorgberoepen. Maar er is net zo goed differentiatie mogelijk naar echtelijke burn-out, ouderlijke burn-out, mantelzorger burn-out.

Hoe wordt burn-out gedefinieerd?

De laatste jaren wordt burn-out breder gedefinieerd en gekoppeld aan andere gebieden van het leven, dus niet uitsluitend als werkgerelateerd. Burn-out kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, waaronder werk gerelateerde stress, stress in het persoonlijke leven en een gebrek aan balans tussen werk en privé. Burn-out is een toestand van emotionele, mentale en fysieke uitputting veroorzaakt door langdurige en overmatige stress, wat leidt tot een verminderd vermogen om iemands werk of dagelijkse taken uit te voeren.

Het gaat vaak gepaard met gevoelens van cynisme, onthechting en een gevoel van verminderde persoonlijke prestatie. Burn-out is niet alleen een fenomeen voor volwassenen.

Oorzaken van burn-out

Volgende oorzaken van burn-out worden in de literatuur genoemd:

  • Werkgerelateerde factoren zoals overmatige werkdruk, onrealistische verwachtingen, gebrek aan ondersteuning en onduidelijke werkverwachtingen.
  • Persoonlijke factoren zoals financiële problemen, familie- of relatieproblemen, gezondheidsproblemen en gebrek aan vrije tijd.
  • Leefstijlfactoren zoals slechte voeding, gebrek aan lichaamsbeweging en onvoldoende slaap.
  • Persoonlijkheidsfactoren zoals perfectionisme, hoge niveaus van zelfkritiek en een sterke behoefte om anderen te behagen.
  • Omgevingsfactoren zoals een negatieve werkomgeving, een gebrek aan autonomie of controle en een gebrek aan sociale steun.

Het is belangrijk op te merken dat burn-out vaak het gevolg is van een combinatie van deze factoren, in plaats van slechts één specifieke oorzaak. Het herkennen en aanpakken van de onderliggende oorzaken van burn-out kan helpen voorkomen dat het optreedt of ernstiger wordt. Preventie en behandeling van burn-out kan in de vorm van zelfzorgstrategieën, het zoeken naar steun van vrienden of professionals en het aanpakken van de onderliggende oorzaken van stress.

Stresstheorieën

Ondanks verschillen in burn-out definities, bestaat er overeenstemming dat burn-out een stressfenomeen is. Laten we eens kijken naar enkele stresstheorieën:

Selye’s theorie van ‘systemische stress’ is gebaseerd op fysiologie en psychobiologie. Selye ziet stress als een verdedigingsmechanisme. Stress volgt de drie stadia van alarm, weerstand en uitputting. Als de stress langdurig of ernstig is, kan dit leiden tot aanpassingsziekten en uiteindelijk de dood.  In zijn latere werk (The Stress Concept: Past, Present and Future, 1983), introduceerde Selye het idee dat de stressreactie kon resulteren in positieve of negatieve uitkomsten. Op deze manier kan stress ervaren worden als eustress (positief) of dystress (negatief).

De gegeneraliseerde onveiligheidstheorie van stress (GUTS) (Brosschot, Verkuil, & Thayer, 2017, 2018) gaat er vanuit dat de stressrespons een standaardreactie van het organisme is en dat het een reactie is waarop het organisme automatisch terugvalt wanneer er geen andere informatie beschikbaar is. De kernideeën van deze theorie zijn dat: (1) de stressrespons een standaardrespons is die normaal gesproken onder tonische remming staat; (2) wanneer er geen veiligheid wordt waargenomen, blijft de standaardrespons onbevangen. Chronische stress is dus niet te wijten aan de aanwezigheid van iets (d.w.z. stressoren, dreiging) maar eerder aan het ontbreken van iets anders: veiligheid. Op basis van deze inzichten stelt de Generalized Unsafety Theory of Stress (GUTS) dat langdurige stressreacties te wijten zijn aan gegeneraliseerde en grotendeels onbewust waargenomen onveiligheid in plaats van stressoren.

Wat bepaalt hoe we reageren op stress?

  • Onze biologie:

De genen produceren eiwitten die bepalen hoe een lichaam functioneert. Kleine verschillen in genen (single nucleotide polymorfismen (SNP’s) genoemd) beïnvloeden de hormonen en enzymen die verantwoordelijk zijn voor psychologische reacties. Bepaalde genen vertonen een verhoogde respons op stressvolle gebeurtenissen: Catechol-O-Methyltransferase (COMT) en Brain-derived neurotrophic factor (BDNF). Het COMT-gen helpt bij het reguleren van de productie van dopamine in je hersenen. Dit beïnvloedt hoe we beslissingen nemen onder druk. Afhankelijk van welke versie van dit gen we hebben, wordt ons genotype geclassificeerd als een krijger, een strateeg (of piekeraars) of een combinatie van de twee. BDNF speelt een rol in onze weerbaarheid tegen stress.

 

  • Onze omgeving:

Vroege trauma’s  (vroege bijwerkingen (ACE’s) bepalen hoe wij reageren op stress. Stress bij kinderen wordt namelijk ‘geprogrammeerd’ in macrofagen, gespecialiseerde cellen die betrokken zijn bij de detectie en vernietiging van bacteriën en andere schadelijke organismen.

Chronische activering van de hypothalamus hypofyse-adrenocorticale (HPA) as en de sympathische-adreno-medullaire (SAM) as veroorzaakt langdurige afscheiding van stresshormonen die ontregeling van deze onderling afhankelijke stressassen induceren, wat resulteert in nadelige effecten op de psychologische en fysieke gezondheid. Vroege bijwerkingen leiden tot eventuele klachten op latere leeftijd: te denken valt aan PTSS, depressie, angst, ADHD, immuunontregeling (auto-immuunziekten, kanker), hartaandoeningen en neurologische aandoeningen. Psychiater Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC) werkt bijvoorbeeld samen met zijn team aan een nieuw onderzoeksproject RESET (REStoring mood after Early life Trauma) met als doel depressie te verlichten bij patiënten met depressie en jeugdtrauma.

 

Onze psychologie:

Persoonlijkheid kan een rol spelen in hoe we omgaan met stress. De kenmerken van een hoogsensitief persoon zijn ondermeer de neiging om informatie dieper te verwerken; gevoeligheid voor overstimulatie als gevolg van een grotere gevoeligheid van de zintuigen en intensere ervaringen; hoge emotionele reactiviteit; en het vermogen om subtiliteiten en nuances op te merken. Het DOES-acroniem dat hoog sensitieve personen beschrijft, staat voor D – diepte van verwerking, O – overprikkeling, E – emotionele reactiviteit en empathie, S – het subtiele aanvoelen. Hier lees je meer over het onderzoek naar HSP en burn-out: HSP

 

Mijn visie op burn out

Graag deel ik mijn persoonlijke mening op basis van wetenschap en inzichten uit mijn werkervaring. Wat als burn-out iets te maken heeft met ontevredenheid (werk, baan, relatie) en het gevoel daarin opgesloten te zitten?

Het thema ‘aanpassing (adaptation)’ interesseert me, zowel in mijn persoonlijke als professionele leven: aanpassing aan veranderingen; aanpassing in een andere cultuur; maar ook aanpassing in geval van ontevredenheid over het werk. Ik wil begrijpen waarom sommige mensen ‘vastzitten’, en moeite hebben om zich aan te passen. Dit is een primaire vraag geweest van het wetenschappelijk onderzoek dat ik heb uitgevoerd.

Ontevredenheid wordt in psychologisch onderzoek ervaren als een onaangename ervaring die bijgevolg een stimulans vormt om te zoeken naar manieren om ontevredenheid te verminderen. Ontevreden zijn wordt dus verondersteld een trigger te zijn voor verandering, een katalysator voor actie. Zoals graaf Leo Nikolajevitsj Tolstoj zegt: ‘Als je niet van je werk geniet, moet je je houding veranderen of je baan veranderen.’

Beslissingen die we nemen worden beïnvloed door hoe we onszelf waarderen.  Eigenwaarde kan een antwoord zijn op de discrepanties van het perfecte rationaliteitsconcept. Wanneer we een laag zelfbeeld ervaren, zullen we eerder een onbevredigende situatie aan onszelf toeschrijven om de manier waarop we naar onszelf kijken in stand te houden. We weten dat mensen met een lager zelfbeeld terughoudend zijn om risico’s te nemen en nieuwe activiteiten aan te gaan zien dan meer risicomijdend gedrag. Op basis hiervan kan worden verwacht dat mensen met een laag zelfbeeld minder geneigd zijn om actieve coping-mechanismen te gebruiken, bijvoorbeeld het zoeken naar een andere baan wanneer ze ontevreden zijn. Verder zijn sommige mensen maximizers en anderen zijn satisfiers. Maximizers geven meer om de uitkomsten van hun beslissingen.  Een maximizer met een laag zelfbeeld kan nog meer stress veroorzaken wanneer hij of zij wordt geconfronteerd met een onbevredigende situatie in het beslissingsproces.

Diagnose en behandeling

Het diagnosticeren van burn-out kan een uitdaging zijn omdat er geen enkele definitieve test of maatregel is om te bepalen of iemand een burn-out heeft. Het wordt over het algemeen gediagnosticeerd door een combinatie van zelfrapportagemaatregelen en klinische evaluatie.

Veelgebruikte zelfrapportagemaatregelen om burn-out te beoordelen zijn de Maslach Burnout Inventory (MBI) en de Copenhagen Burnout Inventory (CBI). Deze vragenlijsten vragen naar verschillende symptomen die verband houden met burn-out, zoals emotionele uitputting, depersonalisatie en verminderde persoonlijke prestaties. De Utrechtse Burnout Schaal is de Nederlandse versie van de Maslach Burnout Inventory.

Klinische evaluatie voor burn-out wordt verzorgd door beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, zoals een arts, psycholoog of geestelijk gezondheidsadviseur, die de symptomen van het individu zal evalueren en zal beoordelen op andere mogelijke onderliggende aandoeningen, zoals depressie of angst. Meestal wordt bij het stellen van de diagnose rekening houden met werk en de persoonlijke omstandigheden van het individu, zoals werkeisen en sociale ondersteuning.

Het is belangrijk op te merken dat burn-out momenteel niet wordt erkend als een medische diagnose in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), maar het wordt erkend als een aanzienlijk beroepsrisico door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en is een belangrijk probleem om aan te pakken voor zowel individueel als organisatorisch welzijn.

Burn-out vertoont overlap in symptomen met andere stressgerelateerde gezondheidsuitkomsten zoals depressie (77%), vermoeidheid (chronisch vermoeidheidssyndroom; CVS, vitale uitputting), angst (posttraumatische stressstoornis; PTSS), en slaapstoornissen. Andere onverklaarde chronische psychosomatische syndromen worden ook genoemd in relatie tot burn-out: een onderliggende schildklieraandoening, meestal een traag werkende schildklier (hypothyreoïdie); auto-immuun (subklinische) reactie; whiplash, repetitive strain injury (RSI), prikkelbare darm syndroom (PDS), meervoudige chemische gevoeligheid en fibromyalgie.

De bevinding dat elke stressreactie per individu anders is als gevolg van geslacht, maternale effecten, vroege omgeving, persoonlijkheid enzovoort, benadrukt de noodzaak van gepersonaliseerde preventie- en behandelingsbenaderingen om de kosten van een overactieve stressrespons te verminderen.

Kunnen we onze stressreactie resetten?

Ja! Op basis van mijn wetenschappelijke bevindingen heb ik een online training ‘Unlock yourself ‘ ontwikkeld, die mensen helpt om te gaan met adaptatievraagstukken op de werkvloer. Het is een bewezen training van ons adaptieve gedrag die ontevredenheid over het werk zal verminderen. Wil je meer weten? Klik hier of neem even contact op via ons antwoordformulier

Deze training kan in de Psychotherapie praktijk Limburg worden gecombineerd met

 

In English below:

Burn-out

According to a 2020 TNO study, a Dutch research organization, about 17% of employees in the Netherlands experience burnout symptoms. Work-related stress is a significant cause of sickness absence. Burnout is seen as a significant issue in the Netherlands, with a considerable number of individuals experiencing work-related stress and burnout.

In response to the growing concern about burnout, the Dutch government has implemented several initiatives to address work-related stress and promote well-being in the workplace. In 2019, the government launched a national campaign to raise awareness about work-related stress and encourage employers to take action to prevent burnout. The campaign includes resources and tools for employers and employees to manage work-related stress, such as training and coaching programs.

In addition to government initiatives, many Dutch companies are addressing workplace burnout, such as offering flexible work arrangements, promoting work-life balance, and providing mental health support for employees. Overall, the Netherlands has recognized burnout as a significant public health concern and is taking steps to address it at both the individual and organizational level.

History of burnout and related concepts

Burnout is not a new term. In some form, burnout has always been with us. The first time usage of the term burnout goes back to the end of the sixteenth century. William Shakespeare, in his poem The Passionate Pilgrim refers to burnout as a process of energy exhaustion in relation to love:

She burn’d with love, as straw with fire flameth

She burn’d out love, as soon as straw outburneth

Later in 1869, the American neurologist George Miller Beard described a new illness called neurasthenia, related to a somatic depletion of nervous energy caused by a faster pace of life.

Until the mid-1990s, burnout phenomenon was restricted to the so-called caring professions. But there is as well differentiation of burnout as: marital burnout, parental burnout, caregiver burnout.

How burnout is defined?  

The last years burnout is defined broader, not just work-related but also in other areas of life. Some see burnout as a phenomenon specifically related to the occupational context and advocate that it should not be applied to describe experiences in other areas of life. Burnout is an individual response to chronic work stress that develops progressively, can become chronic, and cause health problems. Burnout causes cognitive, emotional, and attitudinal damage, leading to negative behavior towards work, peers, and the professional role itself.

Various factors, including job-related stress, personal life stress, and lack of work-life balance, can trigger burnout. Burnout is a state of emotional, mental, and physical exhaustion triggered by prolonged and excessive stress, leading to a decreased ability to perform one’s job or daily tasks. It is often accompanied by feelings of cynicism, detachment, and a sense of reduced personal accomplishment. Burnout is not just an adult phenomenon.  

Causes of burnout

The following causes of burnout are mentioned in the literature:

  • Work-related factors such as excessive workload, unrealistic expectations, lack of support, and unclear job expectations.
  • Personal factors such as financial problems, family or relationship issues, health problems, and lack of leisure time.
  • Lifestyle factors such as poor nutrition, lack of exercise, and insufficient sleep.
  • Personality factors such as perfectionism, high levels of self-criticism, and a strong need to please others.
  • Environmental factors such as a negative work environment, a lack of autonomy or control, and a lack of social support.

It’s important to note that burnout often results from a combination of these factors rather than just one specific cause. Recognizing and addressing the underlying causes of burnout can help prevent it from occurring or becoming more severe. Prevention and treatment of burnout may involve self-care strategies, seeking support from friends or professionals, and addressing the underlying causes of stress.

Despite of many different burnout definitions, there is agreement that burnout is a stress phenomenon.

Let’s have a look at some stress theories:

Selye’s `systemic stress’ theory is based on physiology and psychobiology. Selye (1936) considered stress to be internalized within the person as a result of some internal or external stimulus and is viewed as a nonspecific response to any demand on the organism.

Selye looks at stress is a defensive mechanism. Stress follows the three stages of alarm, resistance, and exhaustion. If the stress is prolonged or severe, it could result in diseases of adaptation or even death.

Later, in The Stress Concept: Past, Present and Future (1983), Selye introduced the idea that the stress response could result in positive or negative outcomes based on cognitive interpretations of the physical symptoms or physiological experience. In this way, stress could be experienced as eustress (positive) or distress (negative). However, Selye always considered stress to be a physiologically based response.

The generalized unsafety theory of stress (GUTS) (Brosschot, Verkuil, & Thayer, 2017, 2018)

Current neurobiological evidence and evolutionary reasoning imply that the stress response is a default response of the organism and that it is the response the organism automatically falls back upon when no other information is available.

This theory’s two core ideas are: (1) the stress response is a default response that is normally under tonic inhibition; (2) when no safety is perceived, the default response remains uninhibited. Chronic stress is not due to the presence of something (i.e. stressors, threat) but the lack of something else: safety.

Based on these insights, the Generalized Unsafety Theory of Stress (GUTS) states that prolonged stress responses are due to generalized and largely unconsciously perceived unsafety rather than stressors.

What determines how we react to stress?

–           biology: genetics – Your genes produce proteins that dictate how your body functions. Small differences in your genes, called Single Nucleotide Polymorphisms (SNPs), affect the hormones and enzymes responsible for your psychological responses.

Certain genes show an elevated response to stressful events: Catechol-O-Methyltransferase (COMT) and Brain-derived neurotrophic factor (BDNF). The COMT gene helps regulate your brain’s production of dopamine. This affects how we make decisions under pressure. Depending on which version of this gene we have, our genotype is classified as either a Warrior, a Strategist (or Worriers) or a combination of the two. BDNF plays a role in our resilience to stress.

–           environment: early trauma (early adverse events (ACE’s)) childhood stress gets ‘programmed’ into macrophages, which are specialized cells involved in the detection and destruction of bacteria and other harmful organisms. Chronic activation of the hypothalamic pituitary–adrenocortical (HPA) axis and the sympathetic–adreno–medullary (SAM) axis causes prolonged secretion of stress hormones that induce dysregulation of these interdependent stress axes, resulting in adverse effects on psychological and physical health. Early adverse events lead to any complaints later in life: PTSD, depression, anxiety, ADHD, immune dysregulation (autoimmune diseases, cancer), heart diseases, neurological diseases

–           psychology: personality may play a role in how we deal with stress. The characteristics of a highly sensitive person include the tendency to process information more deeply; susceptibility to overstimulation due to greater sensitivity of the senses and more intense experiences; high emotional reactivity; and the ability to notice subtleties and nuances. The DOES acronym that describes highly sensitive persons stands for D – depth of processing, O – overstimulation, E – emotional reactivity and empathy, S – sensing the subtle. Here you can read more about the research relating to HSP and burnout: HSP

Thus there is no clear burnout definition. There is no reliable diagnostic interview. There is a large overlap between burnout and depression, and no proven effective treatments exist. Here I share my personal opinion based on science and insights based on my work experience.

 

What if burnout has something to do with (work, job, relationship) dissatisfaction and sense of being locked in it?

Adaptation interests me, both in my personal and professional life: adaptation to changes; to a different culture; to job dissatisfaction; and to disease. The understanding of what makes some people fall in the state of lock, being ‘stuck’, having difficulties to adapt has been a primary question of the scientific research I have conducted.

Dissatisfaction is perceived in psychological research as an unpleasant experience which consequently provides an incentive to search for ways to lessen dissatisfaction. Thus, being dissatisfied is supposed to play the role of a trigger for change, a  catalyst for action. As Count Leo Nikolaevich Tolstoy states, ‘If you’re not enjoying your work, you should either change your attitude or change your job.’

Decisions we make are influenced by how we value ourselves.  Self-value may be an answer to the discrepancies from the perfect rationality concept. When we experience low self-esteem, we are more likely to attribute unsatisfactory situations to ourselves to maintain how we look at ourselves. Knowing that people with lower self-esteem are reluctant to take risks and engage in new activities and are more risk averse, it could be expected that they are less inclined to use active coping mechanisms, e.g. search for another job when dissatisfied. Further, some people are maximizers and others are satisfiers. Maximizers care more about the outcomes of their decisions, and the results of choices may convey information about themselves. Thus, being a maximizer with low self-esteem might bring even more stress to the person when facing an unsatisfactory situation in the decision process.

Diagnose and treatment:

Diagnosing burnout can be challenging because there is no single definitive test or measure to determine whether someone has burnout. It is generally diagnosed through a combination of self-report measures and clinical evaluation.

Commonly used self-report measures to assess burnout include the Maslach Burnout Inventory (MBI) and the Copenhagen Burnout Inventory (CBI). These questionnaires ask about various symptoms related to burnout, such as emotional exhaustion, depersonalization, and reduced personal accomplishment. De Utrechtse Burnout Schaal is de Nederlandse versie van de Maslach Burnout Inventory.

Clinical evaluation for burnout may involve a healthcare professional, such as a physician, psychologist, or mental health counselor, who will evaluate the individual’s symptoms and assess for other possible underlying conditions, such as depression or anxiety. The healthcare professional may also consider the individual’s work and personal circumstances, such as job demands and social support, to help make a diagnosis.

It’s important to note that burnout is not currently recognized as a medical diagnosis in the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), but it is recognized as a significant occupational hazard by the World Health Organization (WHO) and is an important issue to address for both individual and organizational well-being.

Burnout shows overlap in symptoms with other stress-related health outcomes like depression (77%), fatigue (Chronic fatigue syndrome; CFS, vital exhaustion), anxiety (posttraumatic stress disorder; PTSD), and sleep disorders. Other unexplained chronic psychosomatic syndromes are mentioned in relation to burnout as well: an underlying thyroid condition, most often an underactive thyroid (hypothyroidism); autoimmune (subclinical) reaction; whiplash, repetitive strain injury (RSI), irritable bowel syndrome (IBS), multiple chemical sensitivity, and fibromyalgia.

The finding that every stress response is different per individual due to gender, maternal effects, early environment, personality and so on, highlights the need for personalized prevention and treatment approaches to diminish the costs of an overactive stress response.

Can we reset our stress response? Yes, we can.

  • Vagus nerve SSP
  • Attachment focused EMDR
  • Here you can listen to the opinion of psychiatrist Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC), who, together with his team, is working on a new research project RESET (REStoring mood after Early life Trauma) that aims to alleviate depression in patients with depression and childhood trauma. This innovative project consists of two RCT’s, which aim to ‘reset’ the stress system of patients with depression and childhood trauma with 1) a short-term treatment with a glucocorticoid receptor antagonist (blokkeren GR en op deze manier het herstel mogelijk te maken), and 2) trauma-focused psychotherapy via EMDR.
  • Training of our adaptive behaviour (those reducing the job dissatisfaction). On the basis of my scientific findings, I have developed an online training Unlock yourself, that helps employees to deal with adaptation issues on the workplace and to guide employees in efficiently addressing adaptation problems. Treating burnout involves addressing the underlying causes of stress and implementing strategies to reduce stress and improve well-being. It’s important to note that the best approach to treating burnout may vary depending on individual circumstances, and a combination of approaches may be most effective. Seeking professional help is often important in managing burnout and improving overall well-being.

 

References:

Aron, E. N. (2013). The Highly Sensitive Person: How to Thrive When the World Overwhelms You. New York, NY: Kensington Publishing Corp.

Brosschot, J. F., Verkuil, B., & Thayer, J. F. (2017). Exposed to events that never happen: Generalized unsafety, the default stress response, and prolonged autonomic activity. Neuroscience & Biobehavioral Reviews, 74, 287-296. doi:https://doi.org/10.1016/j.neubiorev.2016.07.019

Brosschot, J. F., Verkuil, B., & Thayer, J. F. (2018). Generalized Unsafety Theory of Stress: Unsafe Environments and Conditions, and the Default Stress Response. International Journal of Environmental Research and Public Health, 15(3), 464. Retrieved from https://www.mdpi.com/1660-4601/15/3/464

Chen, Y., & Baram, T. Z. (2016). Toward Understanding How Early-Life Stress Reprograms Cognitive and Emotional Brain Networks. Neuropsychopharmacology, 41(1), 197-206. doi:10.1038/npp.2015.181

Clementz G, Börsbo B, Norrbrink C. Burnout in patients with chronic whiplash-associated disorders. Int J Rehabil Res. 2012 Dec;35(4):305-10. doi: 10.1097/MRR.0b013e3283555657. PMID: 22713590.

Dirk Enzmann and Dieter Kleiber, Helfer-Leiden: Streβ und Burnout in psychosozialen Berufen (Heidelberg: Asanger, 1989), p. 18.Maslach, C., & Leiter, M. (2016). Understanding the burnout experience: recent research and its implications for psychiatry. Retrieved from https://dro.deakin.edu.au/articles/journal_contribution/Understanding_the_burnout_experience_recent_research_and_its_implications_for_psychiatry/20869396

Hod K, Melamed S, Dekel R, Maharshak N, Sperber AD. Burnout, but not job strain, is associated with irritable bowel syndrome in working adults. J Psychosom Res. 2020 Jul;134:110121. doi: 10.1016/j.jpsychores.2020.110121. Epub 2020 Apr 20. PMID: 32371342.

Huysse-Gaytandjieva, A. (2015). Failure to adapt. [Doctoral Thesis, Maastricht University]. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/dis.20150416ah

Huysse-Gaytandjieva, A. (2017) White paper: The train of autoimmunity

https://www.hashimoto.help/wp-content/uploads/2020/11/White-paper_The-train-of-autoimmunity_website.pdf

Maslach C., Jackson S.E. The measurement of experienced burnout. J. Organ. Behav. 1981;2:99–113. doi: 10.1002/job.4030020205.

Padgett DA, Glaser R. How stress influences the immune response. Trends Immunol (2003) 24(8):444–8. doi: 10.1016/S1471-4906(03)00173-X

Wilmar Schaufeli et al., ‘Maslach Burnout Inventory – General Survey’, in The Maslach Burnout Inventory – Test Manual, third ed., ed. Christina.Maslach, Suzan Jackson, and Michael Leiter (Palo Alto: Consulting Psychologists Press, 1996)

World Health Organization . International Classification of Diseases for Mortality and Morbidity Statistics. 11th ed. WHO; Geneva, Switzerland: 2018

Schaufeli, W., & Enzmann, D. (1998). The burnout companion to study and practice: A critical analysis. CRC press.

Schwartz, B., Ward, A., Monterosso, J., Lyubomirsky, S., White, K., & Lehman, D. (2002). Maximazing versus satisficing: happiness ia a matter of choice. Journal of personality and social psychology, 83(5), 1178-1197.

Tsou MT, Chen JY. Burnout and metabolic syndrome among healthcare workers: Is subclinical hypothyroidism a mediator? J Occup Health. 2021 Jan;63(1):e12252. doi: 10.1002/1348-9585.12252. PMID: 34286911; PMCID: PMC8291686.

Ursin, H., & Eriksen, H. R. (2001). Sensitization, subjective health complaints, and sustained arousal. Annals of the New York Academy of Sciences, 933, 119-129.

Vincent A, Benzo RP, Whipple MO, McAllister SJ, Erwin PJ, Saligan LN. Beyond pain in fibromyalgia: insights into the symptom of fatigue. Arthritis Res Ther. 2013;15(6):221. doi: 10.1186/ar4395. PMID: 24289848; PMCID: PMC3978642.